-
1 zijn functie neerleggen
zijn functie neerleggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn functie neerleggen
-
2 functie
2 [werking, activiteit] function3 [wiskunde] function♦voorbeelden:een hoge functie bekleden • hold an important positionzijn functie neerleggen • resign one's positionin functie treden/blijven/zijn • take up/remain in/be in office -
3 fonction
fonction [fõksjõ]〈v.〉1 functie ⇒ taak, rol♦voorbeelden:les fonctions d'une charge • de plichten verbonden aan een taakfonction publique • ambtenarenapparaatentrer en fonction(s) • in functie tredenêtre fonction de qc. • afhankelijk zijn van ietsfaire fonction de • de rol vervullen vanquitter ses fonctions • zijn functie neerleggenagir en fonction de ses intérêts • in zijn eigen belang handelenen fonction de • naar gelang (van)ffunctie, taak -
4 démettre
démettre [deemetr]♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
5 quitter ses fonctions
quitter ses fonctions -
6 se démettre de ses fonctions
se démettre de ses fonctionsDictionnaire français-néerlandais > se démettre de ses fonctions
-
7 mandaat
2 [opdracht] mandate♦voorbeelden:1 mandaat verlenen • give a mandate, grant authorityzijn mandaat neerleggen/ter beschikking stellen • resign (one's seat/office)zij ontvangen hun mandaat van de kiezers • they get their mandate from the electorate
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский